Vlaams Milieubeleidsplan 2011-2015 (samen met SERV en SALV)

Advies Vergroening van de economie

Samenvatting

Adviesdatum
30 sep 2010

Het Decreet algemene bepalingen milieubeleid (DABM) bepaalt dat de Vlaamse Regering in de loop van het jaar dat volgt op haar aantreden een milieubeleidsplan moet vaststellen. Een ontwerp van Vlaams Milieubeleidsplan 2011-2015 werd bijgevolg uitgewerkt en voor advies voorgelegd aan SERV en Minaraad. De SALV sloot zich aan bij de andere Raden. 

De drie Raden verwachten dat het Milieubeleidsplan 2011-2015 maximaal aansluit bij de filosofie, strategische keuzes en prioriteiten van het Pact 2020. De toetsing van het ontwerpplan (als proces, document en instrument) leert echter dat dit nog niet voldoende is gelukt. De Raden zien onvoldoende het verband tussen het Pact 2020 en de doelstellingen, beleidskeuzes en maatregelen in dit plan.

Ondanks enkele positieve evoluties ten opzichte van het MINA-Plan 3 en ondanks de inspanningen van het planningsteam binnen LNE, blijven enkele belangrijke knelpunten bestaan:

  • De milieuplanning is nog te veel gericht op de opmaak van documenten en te weinig gericht op een open planningproces als activiteit van visievorming, creatieve beleidsontwikkeling, interactieve besluitvorming en integrale aansturing.
  • De planningsdocumenten worden opgesteld door een deel van de administratie. Andere delen van de administratie die belangrijk zijn voor de uitvoering van het plan werden onvoldoende betrokken of hebben weinig aandacht voor het opmaakproces. Er kunnen dan ook vragen worden gesteld bij het ambtelijk draagvlak voor het plan. Ondanks de goedkeuring van het ontwerpplan door de volledige Vlaamse Regering, is ook de reële politiek gedragenheid onzeker.
  • Het milieubeleidsplan geeft te weinig sturing aan de interne overheidsprocessen. Daarvoor duidt het te weinig prioriteiten, keuzes, acties en verantwoordelijken aan. Soms is het Plan ook te weinig concreet.
  • Men worstelt met de afstemming tussen de milieuplanning en de talrijke andere plannen op zowel een hoger als een gelijk en lager strategisch niveau, waarin eveneens visieontwikkeling gebeurt en doelstellingen en instrumenten voor onderdelen van het milieubeleid worden vastgelegd. Het milieubeleidsplan is voor veel onderdelen weinig meer dan een samenvatting en bundeling van de inhoud van die andere plannen. Het slaagt er op die manier wel in om tegenstellingen te vermijden tussen de eigen inhoud en die van andere plannen, maar brengt zelf weinig aan.

Deze vaststellingen doen vragen rijzen naar de praktische betekenis van het voorliggende ontwerpplan en naar de politieke wil om het uit te voeren. In elk geval slaagt het ontwerpplan er volgens de Raden nog onvoldoende in de drie expliciet door de Vlaamse Regering zelf vooropgestelde bedoelingen te realiseren (duidelijkheid bieden aan de doelgroepen, een kader voor samenwerking met andere beleidsdomeinen, de effectiviteit, efficiëntie en interne samenhang van het milieubeleid vergroten). De Raden herhalen daarom hun vraag naar een grondige globale hervorming van de strategische planning voor milieu en natuur, als onderdeel van een breder debat over strategische planning en beleidsontwikkeling in Vlaanderen. De Raden benadrukken hierbij nogmaals dat zij veel belang hechten aan het totstandkomingsproces van een milieubeleidsplan.

Na de algemene beoordeling volgt het advies de structuur van het ontwerp MINA-Plan 4. Bij de inleidende hoofdstukken stellen de Raden vast dat er weliswaar prioritaire onderwerpen aangeduid worden, maar dat deze tegelijk zo breed zijn dat deze prioriteiten niet echt opgevat kunnen worden als keuzes. Vergroening van de economie krijgt enerzijds aandacht in het plan, maar het is anderzijds weinig uitgewerkt. De Raden gaan daar dieper op in en formuleren ook een aantal suggesties in dat verband.

De rapportering over en evaluatie van de resultaten van het beleid in de periode 2003-2010 is onvoldoende voorzien van beleidsrelevante informatie om ook uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van het gevoerde beleid. Onder het hoofdstuk toekomstbeelden zijn weliswaar een aantal scenario’s uitgewerkt, maar verder is daar op het eerste zicht niet veel mee gedaan. De Raden vragen zich dan ook af waarom die scenario’s in het Plan aangehaald werden.

De Raden waarderen de opname van een hoofdstuk over goed bestuur, ze kunnen zich bovendien ook vinden in de ontwikkelde aandachtspunten en de doelstellingen. Het probleem is echter dat wat ontwikkeld wordt, reeds eerder aangekondigd werd en dus bij de voorbereiding van het MINA-Plan 4 had moeten geïmplementeerd zijn. Op dat vlak is het Plan ook nog veel gebaseerd op intenties en wordt er te weinig duidelijk gemaakt hoe die wensen gerealiseerd gaan worden – of waarom dat tot dusverre niet gelukt is.

Algemeen zit er in het Plan te weinig lijn tussen de evaluatie van het MINA 3 en de nu aangekondigde maatregelen. Dat komt sterk aan het licht in het hoofdstuk Plandoelstellingen. Binnen dat hoofdstuk zijn de verbanden niet altijd duidelijk. Bovendien zijn de verbanden tussen de gestelde problemen enerzijds en de oplossingsvoorstellen anderzijds ook niet altijd duidelijk. De Raden stemmen wel in met de conceptuele aanpak om de plandoelstellingen te vertalen in indicatoren waaraan indicatorendoelstellingen gekoppeld worden. Maar ook hier zien de Raden nog een noodzaak tot bijsturing van zowel indicatoren als indicatordoelstellingen. Zij formuleren bij de verschillende thema’s daarom ook opmerkingen, vragen en suggesties.

Bij het hoofdstuk over het thematisch beleid hebben de Raden quasi bij alle thema’s opmerkingen geformuleerd, waar mogelijk verwijzend naar andere delen van het advies. Ook bij het hoofdstuk inzake de maatregelen bevat het advies een aantal bedenkingen.

De Minaraad keurde het gezamenlijke advies met SERV en SALV unaniem goed.

Coördinator
: Naam Dirk Uyttendaele
: Functie adviseur (waterbeleid en lokaal milieubeleid)
: Organisatie Minaraad

Co-auteur(s)
: Naam LinkedIn profiel van Peter Van Humbeeck Peter Van Humbeeck
: Functie Attaché
: Organisatie SERV
: E-mailadres pvhumbeek@serv.be
: Telefoon 02 209 01 11

: Naam LinkedIn profiel van Koen Carels Koen Carels
: Functie secretaris
: Organisatie SALV
: E-mailadres kcarels@serv.be
: Telefoon 0499 59 37 16


Downloads