Evaluatie milieuhandhavingsbeleid (met SERV)

Advies Bestuurskwaliteit

Samenvatting

Adviesdatum
19 apr 2012
Productnummer
2012-026

Aanleiding
Artikel 41 van het Milieuhandhavingsdecreet bepaalt dat de Vlaamse Regering tegen 1 mei 2012 een verslag voorlegt aan het Vlaams Parlement over de wijze waarop het decreet werd toegepast en, op basis hiervan, eventuele voorstellen doet tot verbetering. In het kader van de decretaal opgelegde evaluatie, en verder bouwend op de werkzaamheden inzake milieuhandhaving van beide raden in het verleden, hebben Minaraad en SERV een advies op eigen initiatief uitgebracht over milieuhandhaving. Eerder dan een juridisch-technische evaluatie van het Milieuhandhavingsdecreet, beoogt dit advies een evaluatie van het bredere milieuhandhavingsbeleid.

Prioritaire werkpunten
Een goed handhavingsbeleid moet volgens de raden niet alleen effectief zijn maar ook efficiënt, coherent en rechtmatig. Om dat te realiseren voor de Vlaamse milieuhandhaving, zijn er volgens SERV en Minaraad vier prioritaire werkpunten:

  • Programmatorisch handhaven invoeren. Een goede handhaving begint met een goede planning en programmering.
  • Doelgerichte handhaving centraal stellen. Het eerste doel van handhaving is volgens de raden niet de sanctionering van overtredingen maar wel de naleving van de wetgeving bevorderen. Dit vereist dat de kenbaarheid van de milieuwetgeving vergroot zodat de doelgroepen goed weten waaraan zich te houden, en dat de kwaliteit van de milieuwetgeving (ook vanuit handhavingsperspectief) verbetert. Een doelgerichte handhaving vereist verder dat de inzet van de beschikbare handhavingsinstrumenten en interventiemogelijkheden proportioneel is met de aard, omvang en gevolgen van de niet-naleving en dat wordt gekozen voor de interventiestrategie die tegen de laagste kosten het beste resultaat geeft. De raden dringen daarnaast ook aan op een snelle beslissing of het bestuur dan wel het strafrechtelijke apparaat een misdrijf zal behandelen.
  • Versnippering van het handhavingslandschap wegwerken. De versnippering van de handhavingsbevoegdheden over zeer veel actoren bemoeilijkt de organisatie van een effectieve, efficiënte en coherente handhaving. De raden vragen daarom een meer integrale handhaving en gecoördineerde inspecties.
  • Kwaliteit van de gemeentelijke handhaving verbeteren. In de praktijk lijken een aantal (vooral kleinere) gemeenten de ambities van het Milieuhandhavingsdecreet niet te kunnen waarmaken. In afwachting van een door de VHRM uitbestede studie over lokale handhaving, vragen de raden alvast dat de Vlaamse overheid de gemeenten beter zou ondersteunen. Verder kan naar Nederlands voorbeeld intergemeentelijke samenwerking vooral voor kleinere gemeenten een mogelijkheid zijn om kwaliteitsverbetering te realiseren en een voldoende kritische massa op te bouwen.

Een bestuurlijke transactie invoeren
De raden zijn, in principe, voorstander van een bestuurlijke transactie, in het bijzonder voor kleine schade- en hinderdelicten die nu door de mazen van het handhavingsnet glippen maar maatschappelijk wel als bijzonder storend worden ervaren. Volgens de raden kan een bestuurlijke transactie bovendien meer geschikt zijn dan een aanmaning voor vrije velddelicten. Essentieel is dat de inzet van een bestuurlijke transactie kadert in een duidelijke beleidslijn, dat gewerkt wordt met indicatieve transactiebedragen of vorken per categorie van overtreding en dat de bevoegde handhavingsactoren rapporteren over de inzet van dit instrument.

Bestuurlijke dwangsom vergt nadere onderbouwing en debat
De bestuurlijke dwangsom is een krachtig instrument om te komen tot een snelle stopzetting van problematische situaties, maar is potentieel ook een zwaar instrument. Zelf zien de raden een mogelijke rol als alternatief voor bestuursdwang in gevallen van zware milieumisdrijven, zoals illegale opslag of verwijdering van gevaarlijk afval, waar het noodzakelijk is om snel resultaat te boeken, verderzetting van het milieumisdrijf te vermijden en het ingrijpen door de overheid in de bedrijfsvoering te complex is. Verder wijzen de raden ook hier op het belang van een duidelijk beleidskader en op een degelijke ondersteuning van de toezichthouders.

Andere aanbevelingen
Het advies bevat tot slot ook enkele andere aanbevelingen bij een aantal specifieke instrumenten en bepalingen uit het Milieuhandhavingsdecreet.

De Minaraad keurde dit gezamenlijke advies met de SERV unaniem goed op de plenaire zitting van 19 april 2012. Het DB van de SERV deed dit op 18 april 2012 onder voorbehoud van bekrachtiging op de eerstvolgende bijeenkomst van de Raad.

Coördinator
: Naam LinkedIn profiel van Jan Verheeke Jan Verheeke
: Functie secretaris (algemene leiding)
: Organisatie Minaraad
: E-mailadres jan.verheeke@minaraad.be
: Telefoon 02 558 01 36 of 0496 51 72 59

Co-auteur(s)
: Naam LinkedIn profiel van Peter Van Humbeeck Peter Van Humbeeck
: Functie Attaché
: Organisatie SERV
: E-mailadres pvhumbeek@serv.be
: Telefoon 02 209 01 11


Downloads