Definitieve hererkenning van 7 regionale landschappen

Advies Biodiversiteit

Samenvatting

Adviesdatum
20 okt 2011
Productnummer
2011-065

De Vlaamse Regering moet elke zes jaar de definitieve erkenning van regionale landschappen (RL) al dan niet herbevestigen. Ditmaal ligt de hernieuwing van de RL Dijleland, Haspengouw en Voeren, Kempen en Maasland, Noord-Hageland, Vlaamse Ardennen, West-Vlaamse Heuvels en Zenne, Zuun en Zoniën voor.

De Minaraad stelt vast dat de RL heel wat initiatieven ontwikkeld hebben die aansluiten bij de centrale doelstellingen. De meeste RL maken in hun dossier concreet de link tussen de doelstellingen uit hun intentieverklaring en de uitgevoerde of lopende initiatieven. Die link beperkt zich echter meestal tot ad hoc voorbeelden, waardoor het moeilijk is om een volledig beeld te krijgen van de werking van de RL. De Minaraad beveelt daarom aan om in toekomstige dossiers een tabel op te nemen met een volledig en duidelijk overzicht van de uitgevoerde en lopende initiatieven over de zes jaren heen in relatie tot de intentieverklaring en de doelstellingen uit het Natuurdecreet.

De RL hebben duidelijk inspanningen geleverd om vroeger aangehaalde zwakten en knelpunten te remediëren. Zo werd er meer tijd geïnvesteerd in de evaluatie en opvolging van projecten. De RL hebben ook meer eigen initiatieven genomen en bij samenwerking met derden een duidelijkere en meer afgebakende eigen insteek geleverd. Andere positieve evoluties betreffen de toenemende kennis en ervaring met de regelgeving, de proactieve gebiedsgerichte werking, een breder uitgedragen natuureducatieve- en recreatieve werking en een verbetering van overlegstructuren. Sommige aandachtspunten blijven echter terugkeren: de soms moeilijke zoektocht naar nieuwe projectmiddelen, de intensieve monitoring en de dure communicatie.

Alle RL zien de (vrijwillige) samenwerking met de diverse doelgroepen in hun werkingsgebied als een belangrijke kwaliteit van hun werking. Via samenwerking proberen ze de verschillende acties binnen hun doelstellingen maximaal te integreren. Zo kunnen ze de visies van de partners en overheden beter op elkaar afstemmen. De samenwerking schept ook belangrijke mogelijkheden om extra financiering aan te trekken. Ze kiezen ook bewust voor projecten die complementair zijn met lokale initiatieven van de partners om onnodige overlap te vermijden. De Minaraad acht dit ook noodzakelijk en vraagt dat ze dit doen in overleg met al de betrokken actoren, rekening houdend met de afstemming van taken, het efficiënt gebruik van (beperkte) middelen en de complexe uitdagingen in het buitengebied.

De Minaraad waardeert het dat de RL inspanningen leveren om aan de eerder geformuleerde opmerkingen over de samenstelling van bestuursorganen tegemoet te komen en daar ook specifiek aandacht aan besteden in hun hererkenningsdossiers. De Minaraad betreurt het echter dat het hoge aantal leden in de bestuursorganen een punt van discussie blijft bij een sommige RL. In de toekomst zullen de verbeterpunten rond ‘good governance’ een aandachtspunt moeten blijven om een goede, bestuurlijk onafhankelijke werking te bewaken.

Ten slotte stelt de Minaraad vast dat de twee RL (Dijleland en Noord-Hageland) die ook een uitbreiding van hun werkingsgebied voorstelden, blijven voldoen aan de wettelijke voorwaarden. De Raad keurt de uitbreidingen dan ook goed.

De Minaraad keurde het briefadvies unaniem goed.

Downloads

Briefadvies over de hererkenning van 7 regionale landschappen

Download (grootte: 60.0 KB, type: application/pdf)